Konijnen

Het konijn is geen knaagdier, maar behoort tot de orde van de konijnen en hazen (Lagomorpha).

Konijnen

Het konijn is geen knaagdier, maar behoort tot de orde van de konijnen en hazen (Lagomorpha), gekenmerkt door het bezit van 4 snijtanden in de bovenkaak, 2 grote vooraan en daarachter 2 kleine en 2 snijtanden in de onderkaak.

Het vrouwtje heet een voedster en het mannetje is een ram(melaar). De leeftijd van aanschaf is 6 a 8 weken. En het leeftijdsbereik van konijn is tussen 7-8 jaar met een maximum van wel 15 jaar.

Weetjes over het konijn

  • Bijt zelden, maar kan met krachtige achterpoten fors krabben.
  • Coprophageert, dat wilt zeggen dat de ontlasting van 's nachts wordt opgegeten. Het dier heeft dit nodig, omdat hierdoor naast vitamine B en K ook eiwitten worden opgenomen.
  • Heeft vaak donkerbruine urine wat ten onrechte voor bloed aangezien wordt.
  • Kan bij 'alarm' krachtig roffelen met de achterpoten en bij angst gillen of krijsen.
  • Is 'zindelijk' d.w.z. dat ze meestal (soms na enige training) een vaste ontlastingsplaats opzoeken.

Voortplanting

Konijnen zijn snel vruchtbaar, vrouwtjes zijn met 4 maanden leeftijd al geslachtsrijp, mannetjes al met 3 maanden. De draagtijd van een konijn is 29 tot 33 dagen, met een gemiddelde van 31 dagen. De nest grootte van een konijn is 4 tot 10 jongen. De kleinere en oudere konijnen hebben vaak minder jongen.

Na de castratie van de ram kan hij nog 4 tot 6 weken vruchtbaar zijn. Houd hem na de castratie dus nog even apart van de voedster.

Myxomatose en het viraal haemorrhagisch syndroom

Myxomatose en het viraal haemorrhagisch syndroom (afgekort VHS) zijn twee ernstige (maar te voorkomen) besmettelijke ziekten bij konijnen. VHS wordt ook wel rabbit haemorrhagic disease (afgekort RHD) of viral haemorrhagic disease (afgekort VHD) genoemd. 

Hieronder vindt u de antwoorden op een aantal veel gestelde vragen over beide ziekten en advies over hoe u uw huisdier kunt beschermen


Wat zijn de symptomen? 

Myxomatose wordt veroorzaakt door een virus. Als een dier besmet is, zien we dat het eerst aan dikke, vochtige zwellingen op de kop en de snuit. Andere klassieke symptomen zijn ‘slaperige ogen’, opgezwollen lippen, kleine zwellingen aan de binnenkant van het oor en dikke zwellingen rond de anus en geslachtsorganen. Binnen een paar dagen kunnen deze zwellingen zo ernstig worden dat ze blindheid kunnen veroorzaken. Eten en drinken worden steeds moeilijker en gewoonlijk leidt de ziekte binnen 12 dagen tot de dood.

VHS wordt ook door een virus veroorzaakt, hoewel het een ander virus is dan het myxomatosevirus. Ook het verloop van de ziekte is heel anders. De meeste met VHS besmette konijnen sterven zeer snel, zonder dat er sprake is van zichtbare ziekteverschijnselen, afgezien van een periode van een paar uur waarin ze sloom en lusteloos zijn. Bij konijnen die langer blijven leven, kunnen de symptomen sterk variëren. Mogelijke symptomen zijn koorts en stuiptrekkingen, waarna het konijn in een dodelijk coma terechtkomt en binnen 12 tot 36 uur sterft. In sommige gevallen wordt vlak voor de dood nog bloederige afscheiding uit de neus waargenomen.
 

Loopt mijn konijn risico? 

Alle konijnen kunnen met myxomatose en VHS worden besmet, zowel binnen- als buitenkonijnen.


Hoe wordt de ziekte verspreid? 

Myxomatose wordt vooral overgebracht door bloedzuigende insecten zoals de konijnenvlo en ook door muggen. Omdat dit virus echter ook door direct contact tussen konijnen verspreid kan worden, kan verspreiding van de ziekte niet alleen met bestrijding van bloedzuigende insecten worden voorkomen.
Het VHS-virus wordt uitgescheiden in de urine, uitwerpselen en afscheiding uit de luchtwegen van besmette konijnen en verspreidt zich snel naar andere dieren, hetzij door rechtstreeks contact hetzij als gevolg van de verspreiding van het virus – dat zo sterk is dat het vele maanden in de omgeving kan overleven – via besmette kleding, hokken, water, stro, hooi, voerbakken en andere voorwerpen.


Hoe lang is de incubatietijd? 

Bij myxomatose duurt het 5 tot 14 dagen voordat de symptomen van de ziekte zichtbaar worden. De incubatietijd van VHS is veel korter, meestal tussen 1 en 3 dagen. 
Een ander kenmerk van VHS is dat het verloop van de ziekte veel acuter is en dat veel dieren voorafgaand aan hun dood geen duidelijke symptomen vertonen.
 

Wat is de overlevingskans voor konijnen na besmetting? 

Over het algemeen leidt een ernstige myxomatose infectie van een kwetsbaar konijn binnen 12 dagen tot de dood, veelal als gevolg van een secundaire longinfectie. Met myxomatose besmette konijnen kunnen soms weken of zelfs maanden na de besmetting blijven leven. Niet alle besmette konijnen gaan dood, hoewel in het wild minder dan 10% overleeft. 

Met VHS besmette konijnen daarentegen bezwijken over het algemeen veel sneller – meestal binnen 12 tot 36 uur nadat de ziekteverschijnselen zich voor het eerst voordoen (hoewel er in de meeste gevallen geen sprake zal zijn van duidelijke ziekteverschijnselen, afgezien van sloomheid en lusteloosheid).
 

Hoe kunnen deze ziekten worden bestreden? Daar zijn twee manieren voor:
 

  • Bestrijding van de parasitaire insecten (vooral bij myxomatose). Myxomatose wordt over het algemeen verspreid door bloedzuigende insecten en in dat kader is de bestrijding van vlooien en muggen van cruciaal belang. Aangezien myxomatose ook via direct contact overgebracht kan worden, wordt geadviseerd wilde konijnen uit de buurt van uw konijnen te houden en vlooienbestrijdingsmiddelen zoals druppels voor op de huid en sprays te gebruiken. De bestrijding van muggen is moeilijker, maar hiervoor kunnen insectenwerende strips en netten (klamboe) worden gebruikt. Ook droge bedding helpt muggen te bestrijden.
  • Vaccinatie (tegen zowel myxomatose als VHS). Er bestaat een vaccin waarmee u uw konijn tegen myxomatose en VHS kunt inenten. Met één enkele inenting wordt uw huisdier immuun voor beide ziekten. Elk jaar moet een herhalingsinjectie worden gegeven. 

Bron: MSD-Animal Health

Myiasis bij het konijn

Wat is Myiasis?

Myiasis, in andere woorden: een infectie met maden, wordt vaak gezien bij warme vochtige temperaturen. Het wordt veroorzaakt door de groene vleesvlieg, deze legt haar eitjes in de vacht. De vlieg wordt aangetrokken door de geur van urine en ontlasting. Oude, zieke en/of te dikke konijnen lopen een groot risico, omdat ze hun vacht niet goed schoon kunnen houden.

Uit de eitjes kruipen de maden, die zich voeden met vlees. Ze graven zich direct in de huid en spieren van het konijn. Dit veroorzaakt in erg snel ontstekingen. Het konijn kan in shock raken en overlijden
Voorkomen is beter dan genezen, daarom raden wij u aan sowieso dagelijks het konijn na te kijken. Controleer dat de gehele vacht, vooral de achterkant en kijk uit voor natte plekken (deze zijn een signaal, de maden zelf zijn niet altijd direct zichtbaar). Houdt de vacht schoon en verzorgd. Zorg voor een droge bodembedekking in het hok en maak deze ook dagelijks schoon. Gebruik een vliegen-werende spray welke veilig is voor konijnen, zoals de NoMyiasis Spray.

Heeft uw konijn maden, neem dan direct contact op met de dierenarts. Myiasis is een spoedgeval.

RHD2 bij het konijn

Begin december 2015 zijn vanuit diverse delen van het land meldingen binnengekomen over acute sterfte onder konijnen. Op grond van het ziektebeeld en de gegevens die daarover beschikbaar kwamen, ontstond al snel het vermoeden dat het hier ging om een uitbraak van VHD (Viral Hemorrhagic Disease), ook wel Rabbit Hemorrhagic Disease (RHD) genoemd. Uit verder onderzoek is gebleken dat sprake is van een nieuwe variant van het virus, namelijk het RHD2-virus.

Onze vaccinatie

Gelieve contact met ons op te nemen voor het inplannen van een afspraak.

Virus 

VHD is een ziekte die wordt veroorzaakt door een virus: het RHD-virus. Dit virus, dat zeer besmettelijk is, verspreidt zich door direct contact tussen konijnen en ook indirect via urine, uitwerpselen, water, voedsel, kleding, handen en hokken. Stekende insecten kunnen ook een rol spelen in de verspreiding. Het virus kan tot ernstige ziekte en sterfte leiden bij konijnen (zie symptomen), maar is niet gevaarlijk voor mensen of andere gezelschapsdieren zoals honden, katten, cavia’s en andere knaagdieren.

Van het RHD-virus zijn twee varianten bekend: het RHD1- en het RHD2-virus. Het is belangrijk te weten welke virusvariant verantwoordelijk is voor een uitbraak/sterfgeval:

De vaccins die op dit moment in Nederland geregistreerd zijn, bieden geen bescherming tegen RHD2 (wél tegen RHD1). De tijd die verstrijkt tussen het tijdstip van besmetting en het overlijden van het konijn is bij een RHD2-infectie langer (gemiddeld 3-5 dagen) dan bij RHD1 het geval is. Het virus krijgt daardoor meer tijd om zich te verspreiden.

Symptomen

Een konijn dat geïnfecteerd is met de klassieke variant van het virus zal veelal binnen 24-48 uur sterven. Bij RHD2 bedraagt deze termijn gemiddeld 3-5 dagen. In beide gevallen zien we soms (acute) benauwdheid, koorts, bloedingen en zenuwverschijnselen vlak voordat het konijn overlijdt. Daarnaast kan bij RHD2 een meer chronisch ziektebeeld gezien worden waarbij het konijn gedurende langere periode algemeen ziek kan zijn. Vaak is er echter niets te zien aan konijnen met deze ziekte totdat ze acuut ziek worden en vrijwel meteen daarna sterven.

Aantallen en verspreiding binnen Nederland

Na de eerste berichtgeving over de sterfte als gevolg van VHD door de nieuwe virusvariant zijn bij de faculteit Diergeneeskunde vanuit het gehele land dagelijks nieuwe berichten binnengekomen over verdachte gevallen (plotselinge sterfte onder konijnen). Het aantal gestorven konijnen varieerde daarbij per keer van 1 tot 30 dieren. Omdat deze gevallen niet verder onderzocht zijn en de acute sterfte ook door andere ziekten veroorzaakt kan worden, gaat het in deze gevallen om een verdenking en niet een bevestiging van VHD.
Op basis van de huidige gegevens met betrekking tot bevestigde gevallen lijkt het RHD2-virus zich geografisch over het hele land te hebben verspreid, waarbij sterfte als gevolg van deze virusvariant in ieder geval bevestigd is onder tamme én wilde konijnen uit de volgende provincies: Limburg, Gelderland, Groningen, Overijssel, Utrecht en Zuid-Holland. Verder zijn er op basis van microscopisch onderzoek bij overleden konijnen ook nog gevallen aangetoond in Drenthe, Noord-Brabant en Noord-Holland. Recent zijn ook de eerste gevallen in België gemeld.

Meer exacte gegevens over het spreidingsgebied en aantallen slachtoffers van VHD zijn niet te geven, onder andere omdat er geen centrale registratie is van sterfte onder tamme en wilde konijnen én omdat overleden konijnen niet altijd worden onderzocht. Bovendien zullen veel dode wilde konijnen niet worden opgemerkt doordat konijnen in het wild deels ondergronds leven en daar dus ook kunnen sterven.
Verspreiding over Europa

In 2010 is de nieuwe virusvariant RHD2 voor het eerst vastgesteld in Frankrijk. Daarna heeft het zich langzaam over Europa verspreid. Behalve in Frankrijk komt RHD2 in elk geval ook voor in België, Duitsland, Italië, Spanje, Portugal, Malta, Noorwegen, Zweden, Tunesië en het Verenigd Koninkrijk. Aan dat rijtje moet Nederland nu dus toegevoegd worden. Naast konijnen kunnen ook hazen RHD2 oplopen. Voor zover bekend is in Nederland bij hazen geen besmetting gesignaleerd.

Behandeling en vaccinatie

Er is op dit moment geen behandeling voorhanden voor konijnen die ziek zijn als gevolg van een infectie met het RHD-virus. Om te voorkomen dat een konijn ziek wordt van een besmetting met het RHD-virus, wordt geadviseerd om jaarlijks te vaccineren met een vaccin als bijvoorbeeld het Nobivac® Myxo-RHD-vaccin. Dit vaccin geeft een goede bescherming tegen myxomatose en de klassieke variant van het RHD-virus (RHD1). Het biedt echter géén bescherming tegen RHD2. In Nederland was tot voor kort nog geen vaccin tegen RHD2 beschikbaar, in tegenstelling tot sommige andere EU-landen. Daarom heeft de apotheek van de faculteit Diergeneeskunde contact gelegd met leveranciers in het buitenland. Met ingang van 4 januari 2016 distribueert de Apotheek Diergeneeskunde het vaccin onder de dierenartsen in Nederland.

Vaccinatie tegen myxomatose en RHD1 blijft nodig

De nieuwe vaccins beschermen in de meeste gevallen alleen tegen het RHD2-virus. Om te beschermen tegen myxomatose en het RHD1-virus dienen konijnen daarom ook de reguliere inenting te ontvangen. Mocht uw konijn ook deze inenting nodig hebben, overleg dan met uw dierenarts welk schema het beste aangehouden kan worden om beide vaccinaties te geven.

Verspreiding beperken

Hoewel het vaccin dat bescherming biedt tegen RHD2 inmiddels beschikbaar is, blijft het belangrijk om maatregelen te nemen om besmetting en verspreiding van de ziekte zoveel mogelijk te voorkomen.

Advies

De faculteit Diergeneeskunde adviseert de volgende maatregelen om verspreiding te beperken voor particuliere eigenaren van konijnen die nog niet zijn gevaccineerd:
 

  • Ruimtes waar mogelijke besmette konijnen zijn geweest dienen grondig gereinigd te worden met water en zeep en daarna gedesinfecteerd te worden. Voorbeelden van bruikbare desinfectiemiddelen zijn onder andere Virkon-S® en natriumhypochloriet. Deze zijn te koop bij dierenspeciaalzaken, agrarische winkels etc. Uw dierenarts kan u hierover ook adviseren.
  • Voer geen (vers) gras of groente van buiten (moestuin) aan uw konijn. Kijk ook uit met het voeren van hooi of kuilvoer waarvan u vermoedt dat wilde konijnen er bij kunnen zijn gekomen.
  • Voorkom direct contact van uw konijn met konijnen uit het wild. Als er wilde konijnen in de buurt van uw huis voorkomen kunt u overwegen om uw konijn (tijdelijk) binnen te huisvesten. Neem ook geen zieke konijnen uit het wild mee naar huis.
  • Goede (hand)hygiëne is belangrijk om verspreiding van het virus te beperken; was uw handen extra goed met water en zeep vóór en na het voeren en verzorgen van uw konijn.
  • Pas op met besmette konijnenveldjes (besmet met urine van wilde konijnen). Via uw schoeisel kan het virus verspreid worden. Houdt u uw konijnen binnen? Wissel van schoeisel bij het naar binnen gaan. Houdt u uw konijnen buiten, bijvoorbeeld in een ren in de tuin? Dan kunt u daar het beste andere schoenen dragen dan dat u op straat draagt. Laat uw konijnen in ieder geval niet in contact komen met schoeisel waarmee u over mogelijk besmet terrein heeft gelopen.
  • Aangezien stekende insecten ook een rol kunnen spelen in de verspreiding, kan een goede insectenbestrijding ook bijdragen aan vermindering van het risico.
  • Laat bij acute sterfte onder uw konijnen een pathologisch onderzoek uitvoeren. Uw dierenarts kan u hierbij adviseren.
  • Treft u dode wilde konijnen aan? Meldt deze dan bij het Dutch Wildlife Health Centre (DWHC) via hun website.
  • Indien u acute sterfte heeft onder uw konijnen waarbij het vermoeden bestaat dat dit door VHD wordt veroorzaakt, kan een zogenaamde ‘noodvaccinatie’ overwogen worden. Uw dierenarts kan u hier verder over informeren.

Bron: Universiteit Utrecht

Terug naar patiënteninfo